[Column] Dè es so - Maskerade

Nathalie
29 juni 2020
De mooiste musical die ik ooit zag, was 'The Phantom of the Opera' in Londen. En hoewel Henk de poort van het Circustheater in Den Haag opende naar deze romantische mix van mysterie en horror, was het natuurlijk Sir Andrew Lloyd Webber die dat al eerder deed in 'Her Majesty's Theatre'. Toen Andrew zijn muzikale compositie baseerde op het verhaal van de Franse schrijver Gaston, had hij daar regelrecht de hoofdprijs mee te pakken.
Destijds had ik niet de duurste (lees: beste) plek, maar vanachter een pilaar werd het mysterie rondom de identiteit van het spook in ieder geval nóg groter. Evenals hoe hij in godsnaam die gondel* zo soepeltjes over het mistige podium laveerde tussen de opdoemende brandende kandelaars.

Dat deze musical anno nu de op één na langstlopende West End-musical is, mag geen verrassing heten. Al meer dan 30 jaar betovert dit muzikale fenomeen zijn publiek. Miserabel genoeg is er nog een andere productie die de kroon spant. Maar dat mag de pret van dit magnifieke tweeluik niet drukken.

Drie decennia zijn historisch gezien te verwaarlozen. Maar mysteries zijn tijdloos en spreken tot de verbeelding. Dit geldt zeker voor het pronkstuk van museum Het Valkhof, het Romeinse masker, dat meerdere functies kan hebben gehad. Een dergelijk masker werd niet alleen gedragen tijdens parades, toernooien en ceremoniële gelegenheden. Het kan ook hebben gediend als gevechtsmasker gezien de relatief grote openingen voor ogen, neus en mond. Echter zeker weten doet men het niet.

Net als Nijmegen, twee millennia oud, werd het masker meer dan een eeuw geleden opgebaggerd uit de Waal en pronkt het inmiddels als kunstwerk uitvergroot op het eiland Veur-Lent. De bezoeker kan met een trappetje de achterzijde van zijn ogen bereiken en als een pupil vanuit het verre verleden een blik werpen op het heden.

Dat het gezichtsmasker inmiddels noodgedwongen modisch terrein aan het winnen is, had men nooit van tevoren kunnen bedenken. Dat gezichtsbedekkende kleding nu juíst op openbare plekken wordt aangemoedigd, is de ironie ten top. Naast de handgel-industrie, spinnen degenen die mondkapjes in hun assortiment hebben er ook goed garen bij. Uiteraard zonder grote opening bij de neus en mond, want anders schiet het zijn doel voorbij* . Voor de echte doe-het-zelver die de hand op de knip en zijn tanden in een patroontje wil zetten, zou een door Theo en Thea gepresenteerde gelegenheidsaflevering van Kreatief met sok’*, uitkomst kunnen bieden.

Misschien heeft ons verre nageslacht bij het vinden van onze maskerrestanten ook wel twijfels over de functionaliteit van weleer. En dicht men het hele andere functies toe dan oorspronkelijk bedoeld. Hoe dan ook genoeg stof om over na te denken…

Houje!

* klik op hyperlink voor video

Meer columns van Nathalie lezen? Lees hier de voorgaande column. 


Dit bericht delen:

Advertenties