Soms verlies je iets zonder dat iemand het ziet. Het kan je energie zijn, je gezondheid, een stukje van je geheugen, of je vermogen om je leven te leven zoals je wilt. Misschien merk je dat je dromen langzaam vervagen, of dat een dierbare door ziekte of dementie steeds verder van je wegglijdt. Het kan ook iets subtielers zijn: je baan die verdwijnt, een relatie die verandert, of je dagelijkse zelfstandigheid die stapsgewijs afneemt.
Het is geen plotselinge gebeurtenis, maar een voortdurend gevoel van verlies dat vaak onzichtbaar blijft. Herkenbaar, maar moeilijk te benoemen. En heel eerlijk, we staan er ook maar weinig bij stil in ons drukke leven. Toch niet geheel onbelangrijk, dus daarom vertel ik je er vandaag graag iets over. We noemen dit namelijk: ‘levend verlies’.
Wat is levend verlies?
Rouw kennen we vaak als iets dat hoort bij de dood. Het afscheid van iemand die er niet meer is. Iets waarin iedereen in zijn leven wel eens mee te maken krijgt. Het ene verlies groter of intenser dan het anderen.
Maar er bestaat ook een andere vorm van verlies waar we eigenlijk maar weinig aandacht aan besteden. Het is een verlies dat vaak onzichtbaar blijft. We noemen het ‘levend verlies.’
Levend verlies gaat over het stukje bij beetje verliezen van wat er ooit vanzelfsprekend was. Het is verlies dat je telkens opnieuw raakt, omdat de situatie niet verandert of omdat er steeds nieuwe verliezen bijkomen.
Ik werk zelf met mensen met langdurige gezondheidsklachten en dit is een perfect voorbeeld van hoe levend verlies ‘bestaat’. Denk namelijk aan mensen die door een chronische ziekte hun energie of mobiliteit verliezen, hun toekomstdromen moeten opgeven, of in voortdurende onzekerheid leven over hun gezondheid.
Maar zoals ik in de eerste alinea al zei: bij levend verlies kun je ook denken aan iemand die merkt dat zijn partner langzaam verdwijnt in de mist van dementie. Of ouders van een kind dat ernstig ziek wordt en voor wie het toekomstbeeld er opeens heel anders uitziet. Het zijn verliezen die niet één keer plaatsvinden, maar steeds opnieuw voelbaar zijn.
Waarom voelt het zo zwaar?
Het ingewikkelde is dat de omgeving dit vaak niet ziet. Je bent er immers nog, of je dierbare is er nog. Mensen zeggen dan ook vaak goedbedoeld dingen als: “Maar je leeft toch nog?” of “Je moet blij zijn met wat er wél is.”
En automatisch vergelijken of relativeren we zelf ook: “Ik heb tenminste nog…” “Ik kan tenminste nog..” of “Die andere heeft het veel erger…”. Heel logisch natuurlijk dat je dit denkt of zegt, maar soms werkt dit ook averechts, want het zorgt dat je je eigen gevoelens negeert en niet bij jezelf stil staat. Het kan er ook voor zorgen dat je jezelf overslaat. Dat je verdriet geen plek krijgt, terwijl het er wél is.
Psychologisch gezien vraagt levend verlies veel van ons stresssysteem. Het is geen eenmalige klap, maar een voortdurende stroom van kleine klappen. Iedere herinnering aan hoe het vroeger was, iedere confrontatie met wat nu niet meer kan, kan opnieuw een soort rouwproces in gang zetten. Je brein en je lichaam proberen zich telkens weer aan te passen, maar omdat het verlies nooit "af" is, blijft er soms spanning bestaan. Dat verklaart waarom mensen zich vaak zo moe, labiel of overprikkeld voelen.
De kracht van erkenning
Als psycholoog zie ik hoe zwaar dat kan zijn. Levend verlies weegt niet alleen emotioneel, maar ook fysiek. Het kan leiden tot vermoeidheid, onzekerheid, angsten maar ook op lange termijn tot opgekropte gevoelens en neerslachtigheid. En juist omdat het vaak onzichtbaar is, voelen mensen zich er eenzaam in.
Wat helpt, is erkenning. Voor jezelf, én van anderen. Sta even stil bij wat er veranderd is, en benoem het ook: dit is moeilijk. Je hoeft er niet altijd iets aan te veranderen, maar het mag bestaan. Verdriet en pijn zijn geen tekenen van zwakte, maar van liefde voor wat je kwijt bent geraakt.
Zo vaak halen we (onbewust) onze bemoedigende woorden tevoorschijn als iemand iets aankaart, maar hoe zou het zijn als we eens echt een gesprek aangaan over dit soort onderwerpen? Hoe zou het zijn als we er eens echt over zouden hebben hoe het is om niet je droom na te jagen (om wat voor reden dan ook), of als we het er echt over hebben hoe ingewikkeld ouder worden kan zijn? Of een ouder die je ziet aftakelen? Hoe zou het voelen als iemand eens echt doorvraagt naar wat dat onzichtbare verlies met je doet?
Een kleine oefening om mee te nemen
Ik weet dat wij ‘nuchtere Nederlanders’ graag de struisvogeltactiek hanteren en liever niet stilstaan bij dingen die niet nodig zijn. Maar ergens zit hierin ook verborgen dat je een belangrijk stuk van jezelf aan het negeren bent. Dus vandaar mijn volgende tip: Neem vandaag een moment om stil te staan bij wat je mist. Schrijf het op, zonder oordeel. Alleen erkennen. Vaak is dát al een eerste stap om wat lichter te kunnen dragen wat zo zwaar voelt.
Samen dragen
Levend verlies is iets waar velen mee te maken krijgen, op allerlei manieren. Door het samen meer bespreekbaar te maken, hoeven mensen er minder alleen in te zijn. Soms is delen al een vorm van helen.
Laten we eerlijk zijn: Het leven is soms al ingewikkeld genoeg. Laten we er voor elkaar zijn. En dat kan ook op manieren die klein maar betekenisvol zijn. Een luisterend oor, een begripvol woord, of gewoon de ruimte geven voor iemands verdriet. Denk er eens over na. Een klein gebaar, een oprecht gesprek, kan al een wereld van verschil maken.
Evelien
----------------------------
Evelien schrijft over psychologie, geluk en gezondheid, en werkt met mensen met langdurige gezondheidsklachten – vanuit de overtuiging dat geluk mogelijk is, ook met beperkingen, en dat je daarin meer in handen hebt dan je soms denkt. Nieuwsgierig naar meer? www.chronischgeluk.com
Chronisch Geluk is ook te vinden op Facebook en Instagram – volg de pagina’s voor nieuwe inzichten, tips en herkenning.
Lees ook de vorige column van Evelien