''t Masker blieft af', is dit jaar het motto van het Knotsenburgs carnaval. Vorig jaar ging het al af. Nu dus definitief. Snappen die Knotsenburgers carnaval nog wel? Maskers horen toch bij carnaval als de kers op de appelmoes, als de slagroom op het toetje? Maskers zijn populair, kijk maar naar het succes van een programma als The Masked Singer.
Natuurlijk heeft het allemaal te maken met Corona. We vierden carnaval thuis met ingeblikte jolijt op tv en reportages over onverlaten die toch het lef hadden wel of niet gemaskerd de straat op te gaan. Een beetje jaloers en vooral weemoedig maakten we hooguit met enkele gedesinfecteerde en geïnjecteerde intimi een polonaise om de keukentafel met een fles Schobbelaar en wat pilsjes onder handbereik.
De blauwe en witte mond-neus-todden hebben haast drie jaar lang ons carnaval behoorlijk verpest. Die verplichte maskerade en huisarrest zijn funest geweest voor de continuïteit van het feestje. Alle plannetjes voor een briljant idee voor een nieuwe act, een ludieke outfit of heel simpel een gezellig avondje stappen bleven slechts plannetjes! En aan nieuwe plannetjes kwam je in de lockdown al helemaal niet toe. Die bedenk je immers samen met gelijkgestemden en die zagen we niet of niet vaak genoeg.
Het uitbroeden van plannetjes is voor een carnavalist niks nieuws. Het hoort er gewoon bij. Tijdens carnaval bruisen de ideeën om het anders, beter en leuker te doen als schuimende biertjes uit een nieuw aangeslagen vat. Vanaf aswoensdag verschalen die dan in de regel tot borrelende blubber.
Maar af en toe blijft er iets hangen en dan ontstaat er uit al het geborrel toch iets bruisends; een verse kers, een frisse dot slagroom op het traditionele carnavalsmenu. Maar nu, na een gemis van pakweg drie jaar?
Zijn er in Knotsenburg wel genoeg carnavalisten over die er nog zin in hebben? En hebben die er in tijden van inflatie, oorlog en onzekerheid nog centen voor over? Het achteloos bestellen van een rondje bier voor je vrienden lijkt iets uit lang vervlogen tijden. Je wil wel, maar je portemonnee sputtert behoorlijk tegen.
Of hebben we het feestje zo gemist dat we staan te popelen om de corona-ellende en alle andere sores die ons overspoelen maar even helemaal te vergeten en drie dagen lang helemaal uit de bol te gaan?
Ik gok op het laatste. In tijden van tegenspoed is carnaval altijd een prima uitlaatklep geweest. Een uitstekend medicijn waarmee je er weer even tegen kunt en ook nog eens ongestraft de draak kunt steken met alles en iedereen die verantwoordelijk is voor wat er allemaal niet deugt.
Het dragen van een masker is daarbij een goed hulpmiddel. Masker komt van het Italiaanse 'maschero', afgeleid van 'mascaro' dat 'zwart, besmeerd met roet' betekent. Past goed als je iemand zwart wil maken, maar een beetje laf is het wel; je vecht niet met open vizier. Het masker laat slechts één verstard gezicht toe, je eigen smoel blijft verborgen. De toeschouwer krijgt geen toegang tot wat achter het masker schuilgaat en kan niet reageren. Puur eenrichtingverkeer!
Met een masker op durven mensen vaak ook meer; ze zijn meer zichzelf, losser in de omgang en laten zich eerder gaan. Zij verbergen hun 'sociale masker', hun gezichtsuitdrukkingen, lichaamstaal en woordkeuze, die in het dagelijks leven continu veranderen, afhankelijk van met wie je contact hebt, in welke situatie je je bevindt en welke rol je op dat moment speelt. Die maskers zetten we dagelijks tig keer op en af, het ene moment dat van een griezel, het ander moment dat van een clown. Er bestaan net zo veel maskers als gevoelens, behalve die van het ware gezicht.
In Knotsenburg blieft 't masker af. Toont het nou definitief zijn ware gezicht? Hoe ziet dat er dan uit?
Verschuilt er zich achter het masker van jeugdige uitbundigheid toch niet een oude, voortstrompelende grijsaard die de weg al lang kwijt is? Is het `Knotsenburgse Groot Carnaval` misschien niet meer dan een simpel dorpsfeest met een danstent op het plein?
En schuilen er achter de serieuze, hoogpronkige, steekgetooide en blikbehangen carnavalsbobo's van wie verwacht wordt dat zij het zooitje ongeregeld in goede banen leiden niet heel aimabele mensen die zelf ook niet weten in welk tempo en marsrichting het verder moet? Lef hebben ze trouwens wel, want ze doen het nooit goed!
Vraagtekens, vraagtekens, vraagtekens. Vul ze zelf maar in.
Hoe dan ook, bij het feestje carnaval hoeft geen vraagteken gezet te worden. Dat blijft echt wel bestaan, met of zonder masker, met of zonder Stichting of Federatie, met of zonder optocht. Mooie kans trouwens voor de Blauwe Schuit om er net zoals in de middeleeuwen met één 'Blauwe Schuyt', dat oude handmatig voorgetrokken narrenschip, voorop te gaan in de Ummegang.
Accepteren de Knotsenburgers nou eindelijk dat zij met carnaval getalsmatig in de minderheid zijn? Knotsenburg wordt nooit een Keulen of Oeteldonk. Accepteren zij dat er door de brave burgers op hen wordt neergekeken omdat zij hun ware gezicht wel durven te laten zien? Al die brave burgers zouden dat eigenlijk ook wel willen. Hun 'sociale masker' van altijd maar aanpassen moet toch wel heel erg knellen!
Carnaval biedt je de unieke kans om dat knellende masker even af te zetten om jezelf tot in de poriën te herontdekken. En als je daar dan een carnavalsmasker, geschminkte smoel of feestneus als hulpmiddel voor nodig hebt is dat meer dan prima.
Ook het Knotsenburgse carnaval blijft leuk en iedereen is zoals vanouds van harte welkom. Het zal dit jaar zeker niet groter maar wel intenser zijn.
Alaaf,
Carolus
Meer lezen van Carolus? Lees hier de voorgaande column.