[column] LS Thuisgevoel

Tekst: Carolus
8 februari 2023

Breestraat, Loopstraat, Kloofstraat, Buitengracht, Heerengracht, De Waal, zo heten de straten. Op richtingwijzers staan Haarlem, Delft, Utrecht  Amersfoort, De Rust en Vredenburg. De bus naar Eindhoven dendert voorbij. Een beetje thuisgevoel krijg je wel en dat allemaal op zo`n 9500 kilometer afstand van ons koude kikkerlandje.

We zijn in Kaapstad. Een unieke ervaring. Enerzijds een bruisende wereldstad met zo`n vijf miljoen geregistreerde en ongeregistreerde inwoners, anderzijds een ouderwets overzichtelijk dorp dat Jan van Riebeeck in 1652 in opdracht van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie stichtte: een verversingsstation voor levensmiddelen voor schepen halverwege de route van en naar Indië.

In Zuid-Afrika wandel je door de geschiedenis en word je op elke hoek geconfronteerd met de sporen die Nederlanders en hun nazaten hebben nagelaten. De plaatsnamen, de rietgedekte boerderijen in Kaaps-Hollandse stijl, de slagvelden uit de Boerenoorlogen tegen de Engelsen en vooral het Afrikaans. Deze dochtertaal van het Nederlands is ontstaan uit 17eeeuwse Nederlandse dialecten. Het is de meerderheidstaal in de Kaapprovincies en wordt echt niet alleen gesproken door witte mensen. Als het Afrikaans niet al te snel gaat kun je het goed volgen, een krant lezen is geen enkel probleem. Andersom is het klaarblijkelijk nog makkelijker. Kijk dus uit wat je in het Nederlands zegt. Ze verstaan het allemaal! Ook daardoor wordt je thuisgevoel gesterkt.

De Nederlanders brachten hun calvinistische godsdienst mee via de Nederduits Gereformeerde Kerk. De bijbelvaste mannenbroeders geloofden heilig in `Chams vervloeking`. Cham was een kleinzoon van Noach, die zijn dronken grootvader een keer naakt zag. Oei! Cham werd door opa vervloekt en zwartgemaakt en daarmee de stamvader van alle kleurlingen en negroïde Afrikanen, slaaf van slaven. De vervloeking van Cham werd zo de rechtvaardiging van de slavernij, onderdrukking en discriminatie, samengevat onder het oerhollandse woord 'apartheid'. 'Slegs vir blankes' geeft mijn thuisgevoel een behoorlijke knauw.

Zoonlief heeft een bezoek aan een township geregeld. Mitchells Plain met anderhalf miljoen inwoners is het meest gewelddadige in heel Zuid-Afrika. Toeristen rijden er met een grote boog omheen ondanks lieflijk klinkende namen van wijken zoals Lentegeur, Tafelsig en Weltevreden. We bezoeken een paar basisscholen en worden rondgeleid door de joviale Frank Steyn. Hij is geboren en getogen in dit township en nu manager van Run4Schools, een stichting die op vier scholen met elk zo`n 1200 leerlingen voorzieningen regelt op het gebied van sport, dans, muziek en IT.

Ik krijg een déjà vu. In klaslokalen zitten minstens veertig leerlingen in schooluniformen in ouderwetse twee- of driepersoons schoolbankjes. In zo`n schoolbank heb ik ooit zelf het ABC en de tafels geleerd. De kids luisteren aandachtig naar wat de juf of de meester te zeggen heeft. Ordeproblemen zijn er niet. Mobieltjes trouwens ook niet.

De leerlingen, 'learners', weten drommels goed dat onderwijs het paspoort naar een betere toekomst is.

School is ook een veilige plek. In Mitchels Plain zijn beroving, verkrachting en moord alledaagse gebeurtenissen. Straatbendes rekruteren jongeren van school, maken ze drugsverslaafd en zo tot meedogenloze en gewetenloze criminelen. Het is voor veel kinderen de snelle weg naar geld en aanzien. Helaas ook de highway naar de 'tronk', de gevangenis, of een vroegtijdige dood.

Op de scholen zelf hebben de bendes weinig grip. Hoge hekken en bewakers houden ongenode gasten buiten de deur. Via zinvolle activiteiten die Run4Schools na schooltijd financiert en organiseert, worden de kinderen zo lang mogelijk op school en van straat gehouden. Alleen deze scholen hebben een computer- en een muzieklokaal. Tralies voor de ramen en stalen platen in het plafond voorkomen dat ze 's nachts worden leeggeroofd. De 1200 leerlingen krijgen ook elke dag een warme maaltijd; een klets brei in een bakje. Voor de meesten het enige eten van de dag. Van de 67 basisscholen in het hele township zijn dat er slechts vier!

In Mitchels Plain wonen vooral kleurlingen en die trekken in Zuid-Afrika bij de overheidsfinanciering aan het kortste eind. Ook in Mandela's regenboognatie zijn niet alle kleuren gelijk.

Dan terug naar de gezelligheid, naar het 'Waterfront', waar het 365 dagen per jaar zomerfeest is. We bestellen voor een spotprijs een groot glas bier. Als ik mijn pijp opsteek heb ik moeite om het vuur erin te krijgen. Een vriendelijke dame tikt mij op de rug. Oh nee, denk ik, overlast, hier ook al. 'Ek hou van jou pyp' zegt ze lachend, 'Hier het jy vuurhoutjies'. Met haar lucifers lukt het wel.

Op mijn mobieltje kijk ik naar het nieuws uit Nederland: steekpartijen aan de lopende band, messenverbod in Groningen, biertjes bezorgen mij vreselijke ziektes, vlees kan echt niet meer en stoomstoringen in Nijmegen leiden tot onverwachte overlast.

Dan valt ineens alle elektriciteit uit. Niemand kijkt er van op. Gebeurt dagelijks. Loadshedding. Elke dag gaat overal de stroom er voor minstens twee uur af. Door corruptie en wanbeheer is het netwerk sterk verwaarloosd. Het leven gaat ondertussen vrolijk verder, ook zonder overheidscompensatie.

De bestelde Big Burger kijkt mij uitdagend aan. Ik zet mijn tanden erin, terwijl de woorden van een bevriende arts mij te binnen schieten: 'Gezond gestorven is ook dood!'

Baie Dankie, Suid-Afrika tot volgende jaar!

Carolus

Meer lezen van Carolus? Lees hier de voorgaande column.


Dit bericht delen:

Advertenties