[Column] Dè es so! Gebellelel

Tekst: Nathalie | Foto: islandworks via Pixabay
6 juni 2022

Gemak dient de mens, dus ook mijzelf. Winkelen, en dan met name in de drukte, heeft mij nooit zo kunnen bekoren. Vooral niet wanneer de winkelende mensen om mij heen wars zijn van enige persoonlijke ruimte. In de psychologie ook wel het draagbare territorium genoemd. Dat van mij komt bijzonder nauw, met het risico dat mijn medemens, zonder dit te weten, zich al gauw in de gevarenzone begeeft. Maar sommigen maken het heel bont door mij geen enkele ruimte meer te gunnen. Ik heb zo’n mens weleens in een passief agressieve bui gevraagd of hij leprapatiënt was, omdat hij schijnbaar mijn lichaam niet als obstakel ervoer op de door hem plots ingeslagen route.

Met de komst van online winkelen hebben ze er met mij in ieder geval een tevreden klant bij: in alle rust producten kunnen vergelijken en tot een weloverwogen koopkeuze kunnen komen, zonder dat ik me opgejaagd voel door agressieve verkopers en dito klanten.

Door dit fenomeen vond er echter een verschuiving plaats in de onrust, namelijk van de koper naar de pakketbezorger. Je weet wel, die met name bebaarde man (geen tijd om te scheren) die in een veelal wit gedeukte bestelbus, zijn uiterste best doet, om in de ratrace van de pakketbezorging, het pakketje tijdig te bezorgen. Dat hij niet relaxed te werk kan gaan, zit hem in het feit dat hij geen uurloon krijgt, maar wordt vergoed per adres en per pakket. Respectievelijk anderhalve euro en vijftien cent. Daarvoor moet hij dus heel veel adressen aandoen en pakketjes afleveren voor een acceptabel salaris. Dit verklaart het ‘gebellelel’ bij meerdere adressen om bij afwezigheid van de besteller, alsnog het pakket bezorgd te krijgen. Dat hierbij in de dagelijkse hectiek af en toe iets mis kan gaan, kun je de pakjesman eigenlijk niet kwalijk nemen.

Maar onder het mom van de klant is koning doe ik dat uiteraard toch, want zo hypocriet ben ik dan bij tijd en wijle weer wel. Dus toen ik als gevolg van mijn eigen afwezigheid een briefje vond dat mijn pakketje op een bepaald huisnummer zou zijn bezorgd, verwachtte ik dat daar ook aan te treffen. Mijn verbazing was dan ook groot toen dat niet zo bleek te zijn. De buurman die opendeed, zei echter dat zijn nog slapende vrouw hier wellicht meer van wist en dus toog ik na enige tijd weer naar hetzelfde adres. Mevrouw had, naar ik vermoed, een middaghumeur, aangezien zij theatraal scandeerde dat zij het pakketje niet had en wanneer ik haar niet geloofde ik ‘welkom was haar huis te doorzoeken!’ Verbaasd was mijn blik toen de deur met een zwiep, na een ‘ik wens je veel succes!’, voor mijn neus werd dichtgegooid. Beter een verre vriend dan een dichte deur is sindsdien dan ook mijn nieuwe motto.

Ik zal je als lezer de verdere hel van het telefonische contact met de verschillende callcentermedewerkers van desbetreffende pakketdienst, waarbij de een nog slechter van begrip was dan de ander, besparen. De klapper kwam echter van de winkelier die ook contact met hen had gehad en me verzocht of ik, voordat hij het nogmaals verzond, voor de zekerheid nog even wilde gaan spoorzoeken. Uit de nogmaals bekeken GPS-coördinaten van de chauffeur bleek namelijk dat het adres op het briefje hiermee niet overeenkwam, maar wel met enkele huizen verderop. Na een hoop tevergeefs ‘gebellelel’ van mijn kant, stuurde de winkelier het vervloekte pakketje nogmaals op. Ditmaal op mijn verzoek direct naar een parcelshop, want gemak dient de mens. Nooit eerder heb ik zoveel moeite gedaan voor een peper- en zoutstelletje. De volgende keer trotseer ik maar weer het overschrijden van mijn draagbare territorium, want tijd is geld.

Houje!

Meer columns van Nathalie lezen? Lees hier de voorgaande column.


Dit bericht delen:

Advertenties