Radboudumc onderzoekt aanwezigheid antistoffen tegen coronavirus in neusvocht

Van onze redactie
16 april 2020
Het Radboudumc is een studie gestart naar de aanwezigheid van antistoffen tegen het coronavirus in neusvocht. Dit onderzoek moet uitwijzen of er na een milde infectie, met nauwelijks tot geen klachten, antistoffen te vinden zijn in neusvocht. Het onderzoek richt zich onder andere op kinderen, omdat zij vaak geen of alleen milde klachten hebben. Dit kan belangrijke inzichten geven over de groepsimmuniteit onder de bevolking. Het onderzoek is aanvullend op het onderzoek dat het RIVM momenteel uitvoert.
Er wordt veel onderzoek gedaan naar antistoffen tegen het coronavirus. Deze antistoffen worden gemeten in het bloed. Met deze bloedtesten wordt onderzocht of mensen geïnfecteerd zijn geweest met het coronavirus, wat inzicht kan geven in de groepsimmuniteit onder de bevolking. Bij mensen die hersteld zijn van een ernstige coronavirus infectie zijn hoge concentraties antistoffen in het bloed meetbaar. Uit eerder onderzoek met andere luchtweginfecties is echter bekend dat milde infecties of infecties die zonder symptomen verlopen soms wel antistoffen kunnen opwekken in de bovenste luchtwegen, maar niet in het bloed. Het is onbekend of dit ook geldt voor het coronavirus.
 
Radboudumc-onderzoekers Dimitri Diavatopoulos en Marien de Jonge zijn daarom een klinisch onderzoek gestart naar COVID-19 binnen vijftig gezinnen, de MuCo-studie. Dit onderzoek is gericht op de vraag of er na een milde infectie of blootstelling aan het virus antistoffen gemeten kunnen worden in neusvocht. In samenwerking met de Universiteit Utrecht wordt onderzocht of deze antistoffen in staat zijn om infectie van het virus te remmen. Dit heet ‘virus-neutralisatie’. In de MuCo-studie richten de onderzoekers zich onder meer op gezinnen met kinderen, omdat kinderen veelal geen of alleen milde klachten ervaren. De eerste resultaten worden over een aantal maanden verwacht.

Vijftig ziekenhuismedewerkers en hun gezinnen

Het onderzoeksteam, verbonden aan het Radboudumc Centrum voor Infectieziekten, heeft inmiddels vijftig gezinnen thuis bezocht. Het startpunt hiervoor vormen ziekenhuismedewerkers van het Radboudumc, het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis en Rijnstate ziekenhuis in Arnhem, die positief getest zijn op het coronavirus en daarom in thuisisolatie zitten of hebben gezeten.

Bij het huisbezoek wordt bij alle huisgenoten een neus- en keelmonster afgenomen om te bepalen of het virus aanwezig is. De vijftig gezinnen worden vervolgens gedurende een maand gevolgd waarin de deelnemers zelf op verschillende momenten neusvocht afnemen door middel van een absorberend neusstripje. Daarnaast wordt een klachtendagboekje bijgehouden om onderscheid te maken tussen milde en ernstigere klachten. In het neusvocht wordt vervolgens met een heel gevoelige methode gemeten of er antistoffen aanwezig zijn tegen het coronavirus en of die het virus kunnen neutraliseren.

RIVM en Universiteit Utrecht

Deze studie is opgezet vanuit het Radboudumc, maar is afgestemd met het RIVM en is aanvullend aan andere lopende studies van het RIVM. Het Radboudumc richt zich hierbij primair op de immuniteit in de bovenste luchtwegen. Het is een samenwerking met viroloog Frank van Kuppeveld en onderzoeker Berend Jan Bosch van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht, waar veel kennis is over coronavirussen en ervaring met het meten van virus-neutralisatie.

Klik hier voor al het laatste Nijmeegse nieuws over het coronavirus.

Dit bericht delen:

Advertenties