Slachtoffers Nederlands-Indië herdacht in stadhuis

Lars Schwachöfer
15 augustus 2019
Gisteravond vond voor de 14e keer de Indië-herdenking in het stadhuis plaats. Na toespraken en muziek in de raadszaal werden kransen gelegd bij het monument aan de Gedeputeerdenplaats.
De bijeenkomst werd geopend door het koor Surplus, onder leiding van dirigente José Doodkorte. Humphrey de la Croix heette de aanwezigen in een volle raadszaal welkom namens Stichting PION, Platform Indische Organisaties Nijmegen en omgeving. Hij vertelde over het thema 'Gedeelde Ervaringen', Japans-Indische nakomelingen en Nederlands-Indische krijgsgevangenen in Japan.

Ook burgemeester Bruls heette iedereen welkom bij de herdenking. Hij vertelde dat hij kort geleden hoorde van het Canisius College op Jakarta. En hoe men in Indonesië kijkt naar 15 augustus, de dag dat Japan capituleerde, maar ook naar 17 augustus, de start van de Bersiapperiode. Hij noemde het een goed teken dat de raadszaal elk jaar tijdens de herdenking voller wordt. Dit keer zelfs zo vol, dat er extra stoelen gehaald moesten worden. Tot slot wenste hij iedereen een waardige, respectvolle en leerzame herdenking.

Japans-Indische nakomeling

Na een muziekstuk gezongen door het koor, sprak Thérèse ter Heide. Ze vertelde dat ze een Japans-Indische nakomeling is, een oorlogskind. Op 17-jarige leeftijd hoorde zij dat haar vader niet de Nederlands-Indische man was waarmee haar moeder voor de oorlog getrouwd was, maar dat haar biologische vader een Japanner was. Na een periode van verdriet, boosheid en onbegrip sprak ze met haar moeder. Ze hoorde over de keuzes van haar moeder en leerde over haar vader. Ze vertelde hoe zij ervoer om Indisch kind van een Japanse man te zijn en hoe ze hiermee omging. Nadat ze lid werd van de Vereniging Japans Indische Nakomelingen sprak ze ook met andere Japanse kinderen uit de Indische gemeenschap en deelden ze persoonlijke verhalen en ervaringen. Ze gaf meerdere voorbeelden van deze ervaringen, en hoe Vereniging JIN hierbij hielp. Ook vertelde zij over de activiteiten van de vereniging.
 
Nederlands-Indische krijgsgevangenen in Japan

Rob Schouten uit Horssen vertelde over zijn vader, Everhard Schouten, die de oorlog als krijgsgevangene overleefde. Zijn vader was net als zijn opa militair in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger. Nadat Indonesië zich overgaf aan Japan, werd Everhard Schouten krijgsgevangen genomen. Samen met honderden andere krijgsgevangenen werd hij in een zogenaamd helleship naar Japan vervoerd. Daar kwam hij in krijgsgevangenkamp Fukuoka 14, de scheepswerf van Mitsubishi in Nagasaki. Toen op 9 augustus 1945 de atoombom op Nagasaki viel, werkte hij in een loopgraaf, zo'n 1800 meter verderop. Hij zag de flits en raakte vervolgens door de schok bewusteloos. Toen hij bijkwam zag hij de verwoestende kracht van de atoombom. Vanwege de dreigende situatie die volgde in de jaren na de oorlog, verhuisde het gezin naar Nederland. Rob vertelde over hoe de oorlog zijn vader beïnvloed had en hoe hij dat merkte en ermee omging.
 
Kranslegging en minuut stilte
 
Het koor sloot de bijeenkomst in de raadszaal af, waarna alle aanwezigen naar de gedeputeerdenplaats vertrokken. Bij het monument werden kransen gelegd door de gemeentes van Nijmegen, Berg en Dal, Heumen en Beuningen, stichting PION, Comité Project Nagasaki 2020, Wereldvredesvlam, Stichting Pelita/WIAN, stichting Madjoe Asli en het Indo Film Café. De taptoe werd geblazen, gevolgd door een minuut stilte voor alle slachtoffers van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië en de directe gevolgen daarvan. Gezamenlijk werden het eerste en zesde couplet van het Wilhelmus gezongen. Als afsluiting konden de aanwezigen genieten van een drankje en spekkoek in de Schepenzaal.

Dit bericht delen:

Advertenties