[Column] Dè es so! Oranje boven

Nathalie
27 april 2019
De laatste tijd erger ik me gigantisch tijdens het rijden in Nijmegen city. Niet door de voetganger die zelf het denkbeeldige zebrapad als een Fata Morgana ziet opdoemen op willekeurige plekken op het asfalt. Niet door de fietser die, al dan niet verlicht en met een headset op, plots van richting verandert zonder teken. Zelfs niet door mijn ongeduldige mede-automobilist die mijn autodeur bijna aan gort rijdt tijdens het rechts inhalen, terwijl ik de bijrijder wil laten uitstappen. En dit alles ondanks mijn alarmlichten. Kortom, niet door de algemene onvoorspelbaarheid en hufterigheid van mijn medeweggebruikers.

Nee, mijn frustratie wordt gevoed door een levenloos ding. Het stoplicht! Of beter gezegd verkeerslicht, anders had ik er nu nog gestaan en deze column niet kunnen tikken.

Ik word erg onrustig van deze Nijmeegse tricolore. Daar waar fietsers in Nijmegen tegenwoordig op verschillende punten middels een aftellend klokje weten of ze in de ankers moeten of kunnen bijtrappen, heb ik als automobilist maar één zekerheid, namelijk dat wanneer ik groen licht krijg, ik met gierende banden moet maken dat ik wegkom van mijn plek. Eén keer knipperen met de ogen volstaat om oranje te krijgen en bij de tweede keer knipperen heb je rood te pakken.

De regels omtrent de kleuren lijken zonneklaar. Rood betekent: STOP. Onze nationale kleur betekent: stoppen, mits dit niet meer lukt en groen betekent 'gewoon doorgaan' zoals Barrie Stevens altijd zo mooi kon zeggen. Ik ben dolblij bij groen. Het werkt bij mij als een groene lap gras op een hupse koe. Probeer me maar eens tegen te houden.

Ik ben een nette rijder al zeg ik het zelf. Dit baseer ik overigens puur en alleen op mijn rijstijl. Niet op de dingen die ik soms hardop zeg (lees: schreeuw) wanneer ik me weer eens verwonder. Ook wil ik graag het subtiele vingergebaar langs mijn stuur buiten beschouwing laten, want dit is niet relevant en zorgt niet voor welke obstructie dan ook, behalve een lamme vinger. Nee, ik ben een easy rider. Uh, driver.

Het mag een wonder heten dat ik behalve één kleine boete voor te hard rijden nog geen prent voor het rijden door rood op de mat heb mogen aantreffen. Tweehonderddertig euro kost zo’n geintje! Vijfhonderd en zes gulden vijfentachtig zou mijn vader zeggen. Heus ik begrijp dat het link is wanneer ik door rood rijd en een voetganger kan raken terwijl hij zijn imaginaire pad bewandelt, maar op deze wijze kan er veel gecasht worden in een flits.

Wellicht kan de verkeerslichtsaboteur van laatst in plaats van de verkeerslichten op rood, ze eens op groen zetten. Niet tegelijkertijd uiteraard, dat zou gevaarlijk zijn, maar alleen die van mij.

Houje!



Meer columns van Nathalie lezen? Lees hier de voorgaande column. 

Dit bericht delen:

Advertenties