[Column] Dè es so: Kamikazeplein

Nathalie
4 november 2018
Sinds ik in het bezit ben van een automobiel, mijd ik het Keizer Karelplein vanwege voor de hand liggende redenen, want mijn God, wie verzint zoiets?! Of moet ik zeggen: Mon Dieu, aangezien dit plein menig mens doet denken aan de Périferique in Parijs.
Nog verbazingwekkender vind ik het park in het midden. Want, wie zit daar?! En een nog prangendere vraag: wanneer?! Het park schijnt bankjes, groen, een watertje en zelfs een standbeeld van onze beste Karel te hebben. Een ware Fata Morgana. Wie wil zijn leven hiervoor wagen? Wél een geruststellende gedachte dat als je bij een ijdele poging het park te bereiken, wordt aangereden en op handen en voeten er naartoe moet kruipen, je tenminste tussen al dit moois je laatste adem kan uitblazen.

Voordat ik besloot een auto te kopen, dacht ik dat het wel een verstandig plan was met mijn rijangst aan de slag te gaan, want deze was in de twee decennia die ik in het bezit was van het roze (inmiddels geplastificeerde) papiertje, maar vrijwel nooit meer reed, niet afgenomen. Dus besloot ik een rijangstcoach in de arm te nemen. Dat is een rijinstructeur die bij alle hysterische capriolen van zijn cliënt de rust kan bewaren.

Op het programma stond uiteraard ook dit beruchte plein. Met het hart in de keel luisterde ik naar de aanwijzingen van mijn instructeur. Het was de bedoeling dat ik linksaf zou slaan. In autotaal heet dit driekwart rond gaan. De bedoeling was dat ik links van het midden zou beginnen en telkens een baan zou opschuiven. Alleen zag ik geen banen!!! Het deed me een beetje denken aan het jaren tachtig VARA spelprogramma Labyrinth, waarin één van de finalisten speciale laarzen moest aandoen en zich op een door een computer aangestuurde, blauwe vloer moest voortbewegen. Behoorlijk high-tech voor die tijd.

Ik besloot dat er niks anders op zat dan me over te geven aan het plein en de instructeur. Hij had immers ook een rem en mocht het echt een catastrofe blijken dan zijn in mijn optiek zes airbags voldoende om de klap te breken.

Wonderwel ging het eerste ¾-rondje volgens plan. Onder de indruk van mijn eigen prestatie, smaakte het naar meer. Zoals een kind om nóg een draaimolen-fiche bedelt, wilde ik nog een keer dit rondje maken. Met een licht euforisch gevoel begon ik aan ronde twee.

Echter toen ik werkelijk begon na te denken over de te verrichten handelingen, ging deze ronde stukken minder. De spontaniteit was eraf. En daar waar driemaal normaal gesproken scheepsrecht is, had ik de derde ronde uitgekristalliseerd in mijn hoofd en kon ik de voiture gefrustreerd aan de kant zetten, want de magie was weg en zo ook de moed.

Jarenlang heb ik dit plein vermeden door gebruik te maken van allerlei omweggetjes. Maar afgelopen weekend, toen de weersomstandigheden mij niet deden besluiten mijn witte hertje te bestijgen richting een pianoconcert in de Vereeniging, lonkte de auto. Het gevolg was dat ik me toch een weg moest banen richting de parkeergarage met dezelfde naam. Op slinkse wijze bekeek ik Google Maps en bij één bepaalde route hoefde ik alleen rechtsaf op het plein. Niks geen onzichtbare banen, niks geen stalen zenuwen, niks van dat alles. Ik parkeerde mijn auto keurig binnen de witte lijnen van het grijze parkeervak.

Houje!

Meer columns van Nathalie lezen? Lees hier de voorgaande column. 


Dit bericht delen:

Advertenties