Peters Peinzels (4): 'Prestatiedrang'

Van onze redactie
27 augustus 2025

Vlak voordat de natuur zich opmaakt voor het jaarlijkse afsterven dat we herfst noemen, zorgen universiteit en HAN er voor dat de bevolking van Nijmegen een forse verjonging ondergaat.
En zoals de volle terrassen en de vallende blaadjes bij dit jaargetijde horen, zo komen ook de artikelen weer tevoorschijn over de prestatiedwang waar studenten onder lijden. Die is immens: de studie vraagt veel tijd en de social media ook; de studiebeurzen zijn te laag en de huren voor de kamers, als die er al zijn, zijn absurd hoog.
Onwillekeurig gaan mijn gedachten dan terug naar mijn eerste jaar als student. Andere tijden, andere problemen, maar iets wat lijkt op prestatiedwang zat daar niet bij. Ook geen prestatiedrang, eerlijk gezegd.
Dankzij het voorwerk van een oudere broer kreeg ik een kamer in hartje centrum, voor een zeer schappelijk bedrag. De adder onder het gras was de nachtclub op de begane grond en vooral de abominabele kwaliteit van de livebandjes die daar elk weekend optraden.
Bij de introductie hoorde in mijn tijd ook een bezoek aan de twee studentenverenigingen die Nijmegen toen kende: Carolus Magnus en Diogenes, meer smaken waren er niet.
Van Carolus herinner ik me, naast het uniform dat de meeste leden droegen van blauw colbert, ribbroek en afgetrapte schoenen, vooral een al kalend lid dat mij aan de bar de onvergetelijke vraag stelde of ik wel wist wie hij was. Uiteraard had ik, als kersverse inwoner van de stad, geen idee. Sterker nog: het interesseerde me ook niet. Maar hij vond het toch nodig me te vertellen wie hij was en dat hij al 12 jaar rechten studeerde. Inderdaad, andere tijden. Hij was er nogal trots op, geloof ik, alsof 12 jaar de kantjes er vanaf lopen een prestatie was.
Laat ik meteen toegeven dat ik dat eerste jaar ook niet veel meer gedaan heb dan de stad verkennen. We zaten in de crisisjaren en perspectief op een baan bestond niet, dus waarom zou je je haasten richting de bijstand na de studie? Bovendien waren de meeste kroegen gezelliger dan de collegezalen; een bijbaantje zorgde ervoor dat dit prestatieloze leven betaalbaar bleef.
Wat ook hielp was dat de meeste kroegen gewoon om 01.00 uur moesten sluiten. Van de eigenaar kregen we, als stamgasten, dan vaak een bezem in de handen gedrukt, zodat het bij een politiecontrole leek alsof we er werkten.
Er waren wel wat illegale kroegen, verstopt in smoezelige achterafstraatjes en achter anonieme deuren, maar dat waren geen plekken waar je elke week gezien wilde worden.
Toevallig liep ik onlangs langs het pand waar in die prehistorie een illegale bar zat. Nu zit er een verhipte lunchroom in, compleet met havermelk en vegan hapjes.
​Andere tijden, precies.


Dit bericht delen:

Advertenties