De rechtbank veroordeelt een man van 26 jaar uit Vijfhuizen en een 24-jarige vrouw uit Nijmegen tot taakstraffen en voorwaardelijke gevangenisstraffen. Zij maakten zich schuldig aan de (pogingen tot) oplichting van meerdere mensen.
De man en de vrouw deden zich voor als bankmedewerkers om het vertrouwen van de slachtoffers te winnen. Nadat het vertrouwen was gewonnen, vroegen zij de slachtoffers om geld over te maken of om hun pincode. Een aantal slachtoffers raakte op deze manier een groot geldbedrag kwijt.
Geschaad vertrouwen
De rechtbank vindt deze werkwijze extra kwalijk, omdat juist oudere mensen tot slachtoffer zijn gemaakt. Zij zijn meer kwetsbaar en afhankelijk van bijvoorbeeld bankmedewerkers dan anderen. De man en de vrouw schaadden door zo te handelen het vertrouwen van de slachtoffers in de medemens, van wie oudere mensen in toenemende mate afhankelijk zijn. De man en de vrouw hadden hierbij alleen oog voor hun eigen financiële gewin.
Taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf
De oplichting vond plaats in een periode vanaf 2020 tot en met 2022. Zowel de man als de vrouw werkten in deze periode hard aan zichzelf met behulp van de reclassering en zij zetten stappen in de goede richting. De rechtbank neemt dit in positieve zin mee in het bepalen van de straf.
Omdat de vrouw al 57 dagen in voorarrest heeft doorgebracht en de rechtbank niet vindt dat zij opnieuw de gevangenis in moet, legt zij aan haar een gevangenisstraf van 365 dagen waarvan 308 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Daarbij moet ze een taakstraf van 180 uur verrichten.
Voor de man geldt dat hij 105 dagen in voorarrest doorbracht. Omdat de rechtbank ook niet vindt dat hij weer naar de gevangenis moet legt zij aan hem een gevangenisstraf van 540 dagen op waarvan 435 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Daarbij krijgt hij een werkstraf van 240 uur. Ook moet de man ook nog een geldboete van 450 euro betalen.