Margreet van Till ‘Verbannen van Java’ en Egbert Fortuin ‘Indische adel’
Indische Literaire Salon
Zondag 24 november
Oud Burgeren Gasthuis (OBG)
Prof. Cornelissenstraat 2, Nijmegen
Aanvang 13:30 uur (einde 16:00 uur)
Aanmelden: pvriel@ziggo.nl
De entree is 10 euro, graag contant te voldoen
Margreet van Till
In de eerste helft van de 19e eeuw (zeg maar: de periode van Multatuli) was er in het koloniale Indië weinig voor nodig om het predicaat ‘regeringsonwelgevallig’ te krijgen als je ongenoegen uitte over praktijken van ambtenaren of van het gouvernement. Kritiek werd gesmoord en niet zelden volgde verbanning. Voor de inheemse bevolking kon dat steevast uitzetting naar een ver oord betekenen, met opgelegde dwangarbeid. Witte mannen (bij vrouwen kwam het niet voor, die waren er toen ook niet veel) moesten hun biezen pakken; strafoverplaatsing naar een mindere post buiten Java of terugzending naar Nederland. Margreet van Till legt een aantal pregnante dossiers voor in haar boek ‘Verbannen van Java’.
Van Till studeerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na haar studie vertrok ze voor een aantal jaren naar Indonesië. Hier gaf ze les aan de Universitas Indonesia en deed ze voor het eerst onderzoek in het Nationaal Archief van Indonesië. Bij terugkomst in Nederland promoveerde ze aan de Universiteit van Amsterdam, met als onderwerp banditisme in Batavia en West-Java in de koloniale periode. Haar boek ‘Batavia bij nacht’ kreeg vertalingen in het Engels en Indonesisch. Daarna werd ze universitair docent geschiedenis aan de UvA en adviseur van Indonesische PhD studenten in Leiden. Van 2017 tot 2022 woonde en werkte ze wederom in Jakarta. Ditmaal richtte ze zich in het archief op de disciplinering van de koloniale samenleving tijdens de eerste helft van de 19de eeuw. Dit resulteerde in ‘Verbannen van Java: Koloniale tragedies 1830-1860’ (Walburgpers).
Egbert Fortuin
Donkere adel in Nederlands-Indië, het kwam voor. De familie van Braam was rond de vorige eeuwwisseling een gekleurde adellijke familie. Hoe bijzonder was dat eigenlijk en speelde kleur ook bij andere adellijke families een rol? Leidde een bruine huid van zulke families vanzelf tot maatschappelijke statusdaling? In die tijd gold immers dat de witte Europeaan wit moest blijven. Wit en adel was het ultieme Europees zijn en stond in de koloniale context garant voor een elite-status. Hoe verging het die paar gekleurde Indische adellijke families? De zoektocht van Egbert Fortuin voert naar de hogere kringen. Indische adel is een juweeltje van een familiekroniek. Werkelijk adembenemend zijn de studiofoto’s van Indo-Europeanen, al dan niet van stand, gemaakt in dat prachtige sepia. De auteur heeft een Indische partner. Zelf is hij allesbehalve Indisch, deze hoogleraar Russische Taal en Linguïstiek in Leiden, maar heeft grote belangstelling voor het onderwerp. Hij heeft zich het er niet makkelijk afgemaakt. Het boek bladert lekker weg en nodigt uit tot kijken en lezen. Veel foto’s, kaartjes, illustraties en stevige verantwoording, maar vooral het boeiende verhaal over de ‘bruine’ adellijke familie Van Braam, maken het tot een intrigerend geheel. Het is het verhaal van een proces van Indisch worden van een op en top Hollandse familie van stand. Bezien tegen het licht van een kolonie die steeds meer trekken vertoont van een apartheidsstaat. Waarin kleur en afkomst alles bepalend zijn voor succes of zelfs overleving.
De auteurs worden na afloop geïnterviewd door Peter van Riel.