Het vliegend hert met het ‘gewei’ fier vooruit kwam in Nijmegen toevallig op het pad van kunstenaar Boudewijn Corstiaensen, letterlijk op z'n pad. Dat maakte indruk. Hoe een eenmalige ontmoeting leidde tot een gemeentebreed actieplan voor een bijzondere diersoort.
Corstiaensen heeft er nog nooit een gezien en is meteen onder de indruk. Want vliegend herten worden groot, tot wel 9 centimeter lang. Wat volgt is een tocht langs allerlei beheerders, ecologen en andere deskundigen. Boudewijn Corstiaensen blijkt een onvermoeibaar netwerker. Hij zoekt contact met provincie en gemeente, doet navraag bij insectenkenners. Een balletje dat sindsdien niet meer gestopt is met rollen.
Verborgen bestaan
Vliegend herten leven een verborgen bestaan. Als larve zitten ze jaren weggestopt in hout dat aangetast is door de witrotschimmel, met name rottend eikenhout. Eenmaal volwassen zoeken de dieren een partner en is het leven na één bovengronds seizoen alweer voorbij. De meeste mensen hebben Neerlands grootste kever dan ook nog nooit ontmoet. Alleen in Zuid-Limburg, op de Veluwe en in Overijssel vind je populaties. En dus hier, in Nijmegen.
De biodiversiteit staat overal onder druk. Dat is kwalijk voor de robuustheid van ecosystemen en de gezondheid van onze eigen leefomgeving. De provincie Gelderland vindt het daarom belangrijk de soortenrijkdom te behouden en vergroten. De provincie had al beleid voor behoud van de populatie vliegend hert in Natura 2000-gebied. Voor maatregelen buiten Natura 2000-gebied was dat beleid er nog niet. Het vliegend hert is een inheemse soort waarvoor de provincie zich verantwoordelijk voelt. Dus als Boudewijn Corstiaensen aanklopt met de vraag: 'Kunnen we iets doen voor deze mysterieuze soort?' vraagt de provincie adviesbureau Natuurbalans om een vooronderzoek en een actieplan.
Olievlek wordt groter
Dat actieplan is inmiddels verschenen en, met dank aan Corstiaensen, op menig bureau beland. Ook op dat van Museumpark Orientalis, waar het vliegend hert al af en toe waargenomen werd. Beheerder Maarten Nouwens is inmiddels hard aan de slag met het aanleggen van broedstoven en het aanplanten van eiken, dankzij subsidie van de provincie. “Dat is natuurlijk ook voor andere dieren interessant. Het vliegend hert spreekt tot de verbeelding en kan een icoon zijn voor natuurbescherming.”
Broedstoof voor vliegend hert.
Nouwens werkt niet in zijn eentje in het museumpark van 44 hectare. Wekelijks komt er een groep jongeren vanuit het speciaal onderwijs de handen uit de mouwen steken. Een groep vrijwilligers is er op woensdag een halve dag. “Als park hebben we ook weer een netwerk, samen kunnen we er iets van maken”, zegt hij. En zo groeit de olievlek.
Vliegend hert kan Nijmeegse icoon worden, amulet voor Romeinen
De kunst is steeds meer plekken natuurlijk in te richten en met elkaar te verbinden, zodat door heel Nijmegen een netwerk ontstaat. Het vliegend hert kan dan meteen een vliegwiel worden voor biodiversiteit in het algemeen. Je kunt ook een heel mooi verhaal koppelen aan het vliegend hert. Alle steden lijken op elkaar: heel veel soorten die hier voorkomen, vind je ook in Amsterdam. Met vliegend hert is dat niet zo. Het is dus onze plicht om er zorg voor te dragen.”
Corstiaensen ontwierp een kunstpostzegel om de stem van het vliegend hert te verspreiden en brainstormt met Maarten Nouwens over een tentoonstelling.
In een stad waar de Romeinen tweeduizend jaar geleden zijn kop al als amulet gebruikten, lacht de toekomst het vliegend hert zo langzamerhand weer toe.
Meer informatie
Tekst: provincie Gelderland, met dank aan Boudewijn Corstiaensen, Maarten Nouwens en Joep van Belkom.
Foto’s: Boudewijn Corstiaensen