NieuwsuitNijmegen-fotograaf Ger Neijenhuyzen trekt de stoute schoenen weer aan en loopt de Vierdaagse. Dagelijks doet hij verslag van zijn wederwaardigheden. Voor Ger is het een avontuur dat afgelopen zondag begon met de inschrijving.
Hoe speciaal is voor jou deze Vierdaagse?
“Ik loop de Vierdaagse nou voor de 10e keer mee. Da’s voor mij een mooi jubileum. Vorig jaar ben ik na 26 jaar afwezigheid weer gestart, nadat ik in 1994 wegens een onderhuidse gesprongen blaar van een arts een startverbod kreeg. Dat was zo’n nederlaag dat ik jarenlang het hele Vierdaagse-gedoe gemeden heb. Ook de gezondheid zat behoorlijk in de weg; astma. Gelukkig heb ik daar steeds minder last van.
Vorig jaar begon het weer te kriebelen en heb ik honderden kilometers getraind. Voor alle zekerheid heb ik toen de 30 kilometer gelopen. De dinsdag viel al weg, dus die driedaagse was eigenlijk een makkie. Onderweg heb ik zo veel plezier gehad dat ik er nog jarenlang mee door wil gaan; al mot ik krupe. Ik heb al een tattoo op mijn arm. Nee geen echte, een nepperd, zo’n plakplaatje.
Gisteren heb ik voor het eerst deelgenomen aan de Vlaggenparade. Tussen al die vlaggen, muziek en al die trotse mensen begrijp je pas hoe mooi dit feest is.
Zondag heb ik mijn startbewijs gehaald. Dit jaar voor de 40 kilometer, da’s voor mij toch de echte afstand. Morgenvroeg probeer ik voor Nieuws uit Nijmegen nog een foto te maken van het startschot en dan kan het feest echt beginnen. Gelukkig kan ik heel vroeg starten en met een beetje geluk zie ik de zonsopgang op de dijk.”
Hoe heb je je voorbereid?
“De kilometers van vorig jaar heb ik niet gehaald. Door omstandigheden kon ik minder vaak van huis weg. Vooral rondjes van 20 tot 30 kilometer in de omgeving van Nijmegen. De Ooijpolder is toch favoriet. Eerst over de dijk de polder in, koffie drinken bij Oortjeshekken en dan via de bossen van Beek en Berg en Dal, trappetje op en trappetje af, weer naar huis. Alles bij elkaar toch nog zo’n kleine 300 kilometer getraind. Ik weet wat mij te wachten staat en daar word ik niet warm of koud van. Ik heb er heel veel zin in.”
Heb je nog tips?
“Op tijd opstaan en dan in alle rust eerst goed ontbijten. Ik neem zelf altijd een bordje brintapap, maar een broodje en wat fruit is ook prima. Ik neem voor onderweg genoeg te drinken mee, liefst iets met bouillon, want zout heb je onderweg wel nodig. Veel eten voor onderweg neem ik niet mee. Je moet alles meesjouwen. Ik koop wel wat lekkers langs de route.
Zorg ervoor dat je ruimschoots voor de start aanwezig bent. Parkeermogelijkheden voor auto’s zijn er nauwelijks. Ik ga zelf altijd met de fiets, maar ook dan moet je geluk hebben om een goed plekje te vinden. Aan de start is het altijd gezellig. Mensen zoeken hun wandelmaatjes en delen hun ervaringen van de vorige dag. Ik vind het leuk om daarvan foto’s te maken.
Draag luchtige kleding en neem in ieder geval een petje mee, vooral als het erg heet wordt. Heel belangrijk zijn de sokken en de schoenen.
De schoenen moeten ingelopen zijn. Van een regelmatige poetsbeurt worden ze soepel. Bij aankoop moet je er aan de achterkant ruim een vinger dik tussen kunnen steken. Knoop de veters ook niet te strak.
Net zo belangrijk zijn de sokken. Die was ik thuis altijd uit in zout water. Gebruik nooit zeep, want dan zitten de volgende dag je voeten in een glijbaan.
Ik heb een speciaal ritueel. Voordat ik `s morgens mijn sokken aantrek, wrijf ik eerst met mijn hand alle oneffenheden op de voetzool weg. Dat doe ik nog een keer als ik mijn sokken aan heb. Dan pas trek ik mijn schoenen aan, krom ik de tenen en knoop de veters losjes vast.
Trek onderweg tijdens een rust ook nooit je schoenen uit! Als je ze daarna weer aantrekt, knellen ze overal en loop je blaren.
Mijn motto voor onderweg: wees vooral lief voor elkaar, dan blijft het voor iedereen een feestje.”