Voor de schola is de gregoriaanse zang een kostbaar cultureel, spiritueel en liturgisch erfgoed. En om dat erfgoed te bewaren moet het eerst en vooral gezongen worden, liefst op de manier waarop het ooit in de Middeleeuwen bedoeld was. Gedreven door die ambitie heeft de schola zich al die jaren trouw en volhardend ingezet voor het behoud en het uitdragen van die oude eenstemmige, liturgische zang. In een tijd waarin de kerk afstand nam van zijn eigen zang, het gregoriaans, heeft de schola de schoonheid van die zang, soms tegen de verdrukking in, willen laten horen. En met succes. Talrijk zijn de optredens in stad en land, in binnen- en buitenland. De gregoriaanse zang – een muzikale begeleiding en reflectie op een psalmtekst – beroert mensen, ook vandaag, zowel ouderen als jongeren.
In die 35 jaar is de schola met zijn tijd meegegroeid. Meer en meer heeft de schola het gregoriaans buiten de kerk gebracht, andere locaties gezocht – de boomgaard, de stationshal, het museum: locaties waar zich een ander geïnteresseerd publiek bevond. Gregoriaans kan overal gezongen worden! Maar meer nog zocht de schola naar manieren om die oude zang naar de actualiteit te halen. Door eigentijdse thema’s te verbinden met oude gezangen. Juist omdat die oude gezangen algemeen menselijke gedachten en gevoelens vertolken. Het geweld tegen vrouwen, de coronapandemie en de vluchteling heeft de schola geïnspireerd tot engagement en vernieuwing van het programma.
De Schola cantorum Karolus Magnus kijkt met gepaste trots naar wat in de voorbije decennia gepresteerd is en kijkt met vertrouwen naar de toekomst. Die toekomst zal extra kleur krijgen wanneer de schola en alles waar het voor staat, zal worden bijgeschreven in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland.