De rechtbank veroordeelt een 20-jarige Nijmegenaar voor poging tot doodslag en het dragen van een steekwapen. De rechtbank veroordeelt de man tot een jeugddetentie van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk. Daarnaast moet de man aan het slachtoffer een schadevergoeding betalen van bijna 5.000 euro.
In de nacht van zaterdag 2 juli 2022 vond in het uitgaansgebied in de Molenstraat een steekincident plaats. De 20-jarige man stak daarbij een plaatsgenoot in zijn hals. Het slachtoffer raakte gewond. De politie hield de 20-jarige man vrijwel direct na het steekincident aan.
Bij de politie en tijdens de behandeling van zijn strafzaak verklaarde de man dat hij naar het slachtoffer toeliep en driegend met een steekmes voor het slachtoffer ging staan. De man ontkende dat hij het slachtoffer had gestoken. Het slachtoffer was mogelijk aan het mes blijven haken.
De rechtbank vindt dat de man met een mes een steekbeweging heeft gemaakt in de richting van de keel van het slachtoffer. Als rechtstreeks gevolg van die steekbeweging is bij het slachtoffer letsel ontstaan. De rechtbank baseert haar oordeel op de aangifte en de beschikbare camerabeelden. Ook verklaarden verschillende getuigen dat zij zagen dat de man het slachtoffer met een mes in de nek stak. Het door de advocaat genoemde alternatieve scenario dat een getuige verantwoordelijk zou zijn voor het letsel acht de rechtbank - in het licht van de bewijsmiddelen - op geen enkele wijze aannemelijk. De rechtbank vindt het schrijnend dat dit voor de getuige belastende scenario is aangevoerd, omdat de getuige tijdens het steekmoment nog op een paar meter afstand stond. Volgens de rechtbank is het steken in de nek van het slachtoffer gericht op het toebrengen van dodelijk letsel. De nek is een kwetsbaar en vitaal deel van het lichaam waarin zich onder andere de luchtpijp en slagaderen bevinden. Door zo te handelen aanvaardde de man de aanmerkelijke kans dat hij aangever dodelijk letsel zou toebrengen. De rechtbank oordeelt dat de man daarom schuldig is aan een poging tot doodslag en het dragen van een mes.
Tijdens het steekincident was de man fors onder invloed van alcohol. Zonder enige concrete aanleiding stak de man het slachtoffer in zijn keel. Hierdoor maakte de man op een grove wijze inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Het steekincident had grote impact op het slachtoffer en heeft dit nog steeds. Ook waren verschillende omstanders getuige geweest van dit geweldsdelict. Zo'n geweldsdelict draagt bij aan gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Daarnaast nam de man onvoldoende verantwoordelijkheid voor zijn gedrag.
De rechtbank vindt dat het adolescentenstrafrecht op de man van toepassing is. Dit betekent dat een jongvolwassenen, die de leeftijd van 23 jaar nog niet heeft bereikt, volgens het jeugdstrafrecht wordt gestraft. De reclassering adviseerde om het adolescentenstrafrecht toe te passen onder andere omdat de man tijdens het plegen van het delict 19 jaar was en hij nog bij zijn ouders woont. Daarnaast ondersteunde de jeugdreclassering de man tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis.
Toen de man voorlopig op vrije voeten was rondde hij een behandeling op het gebied van middelengebruik positief af. Dit weegt de rechtbank in strafverminderende zin mee. Verder kreeg de man eerder een strafbeschikking voor het bezit van een steekwapen. Dit weegt de rechtbank in strafverzwarende zin mee in de straf. Kijkend naar de ernst van het feit vindt de rechtbank alleen het opleggen van jeugddetentie een passende straf.
Tot slot moet de man aan het slachtoffer een schadevergoeding betalen van bijna 5.000 euro.