[Column] Dè es so! Daaargh!

Nathalie
21 november 2021
Scheiden. Ik ben er helaas, net zoals hele volksstammen, mee bekend. Plastic+, restafval, GFT, karton en glas. En als braafste meisje van de klas, doe ik altijd mijn stinkende best om alles op de juiste plekken te deponeren. Het gaat zelfs zover dat ik de plastic adresraampjes uit mijn papieren enveloppen scheur om deze in de oranje zak te doen. Soms neemt het echt OCD-achtige vormen aan, maar hé, alles voor een goed milieu!
Van de week had ik echter een smerige ervaring. Sinds enige tijd haalt Dar in mijn wijk het vuil op donderdag op en deze keer stond plastic en restafval op hun programma. Aangezien ik de vorige ronde twee weken eerder had gemist, door een miscalculatie van mijn kant, stond mijn afval smachtend vertweevoudigd in mijn schuurtje te wachten op de eindreis. Deze keer zou ik mijn groene en oranje vuilnisvrienden niet vergeten. Echter, ik was die dag niet lekker en had dus niet de puf om hen bij al hun soortgenoten bij het verzamelpunt te zetten, maar gewoon om het hoekje bij mijn deur. De ervaring leert dat de asmannen ze ook dan niet in de kou laten staan, maar gewoon de wagen in slingeren. Nietsvermoedend stortte ik als oud vuil in op mijn bank wetende dat mijn vuil binnen afzienbare tijd hetzelfde zou doen op de belt.

Toen ik de volgende ochtend weer enigszins opgeknapt de deur uitstapte, op weg naar mijn werk, werd ik onaangenaam verrast! Mijn groene en oranje vuilnisvrienden stonden, inmiddels uitgezakt, nog steeds naast mijn deur! Een snelle blik naar rechts leverde eenzelfde beeld op bij mijn buren. Een verdere blik naar rechts richting dé verzamelplek echter niet. Niets! Alles foetsie! Wél meegenomen! In een flits realiseerde ik me dat mijn nieuwe buren waarschijnlijk mijn voorbeeld hadden gevolgd, waardoor wij, in tegenstelling tot de rest van de straat te kampen hadden met deze afvallige zwervers voor de deur.

Woedend werd ik wakkerder en besloot de eerste te zijn die deze ochtend, voordat mijn werkdag begon, verhaal te halen bij Dar. Toen ik na het welbekende keuzemenu iemand aan de lijn kreeg, en mij netjes had voorgesteld, liet ik haar kennismaken met mijn casus. Ik ben een redelijk mens, maar mij in het ongewisse laten wanneer dan exact het vuil alsnog wordt opgehaald, kan niet op mijn waardering rekenen. “Twee werkdagen na de melding is de afspraak met de gemeente.” Ik ben een goede buur, dus ik zal het straatbeeld het komende weekend en de daaropvolgende maandag en/of dinsdag niet vervuilen. Zeker niet in de wetenschap dat een deel van de buurtpopulatie uit krabgrage katten bestaat. De zakken staan weer gebroederlijk naast elkaar in mijn schuurtje te wachten om te worden vermenigvuldigd. Gedeelde smart is halve smart.

Houje!

Meer columns van Nathalie lezen? Lees hier de voorgaande column.


Dit bericht delen:

Advertenties