Nijmegen Oost herdenkt omgekomen buurtgenoten aan het Truus Mastplein

Karel Hermsen
11 november 2021
Na de bevrijding van Nijmegen was de oorlog voor de burgers allesbehalve over. Nijmegen was frontstad en werd door de Duitsers nog een half jaar met granaten fel bestookt. In die `granatentijd` kwamen zo`n duizend mensen om, meer dan bij het bombardement op 22 februari.
Gistermiddag herdachten tientallen wijkbewoners de burgerslachtoffers uit Nijmegen Oost bij de plaquette aan het Truus Mastplein aan de Beethovenstraat. De 15-jarige Truus Mast werd op 10 november 1944 dodelijk getroffen door een granaatscherf in het Sportfondsenbad, waar zij tijdelijk als badmeisje en kassière werkte. Ook twee Amerikaanse militairen werden dodelijk getroffen. Al eerder kwamen er in Oost tientallen burgers, vooral ouderen en kinderen, door granaat- en bominslagen om het leven. 

Symbool van het verdriet

Rob Jaspers benadrukte in zijn welkomstwoord dat het tragische lot van Truus Mast niet op zichzelf staat. Haar verhaal staat symbool voor het verdriet van Nijmegen aan het slot van de oorlogsperiode. `De oorlog bracht voor velen, ook uit de Componistenbuurt en omgeving, onnoemelijk veel pijn en verdriet. Dromen van velen werden door de oorlog in één klap verwoest. Daar moet je je altijd van bewust blijven. De herdenking van Truus Mast bij het park in de Beethovenstraat is dan ook mede stilstaan bij de pijn van de hele stad.` 

Persoonlijke verhalen

Burgemeester Bruls ging tijdens zijn toespraak in op de overeenkomsten met het heden. `Het was een dag als vandaag, waarin mensen ondanks alle risico`s toch probeerden het leven te leiden. Vooral burgers werden door de oorlog geraakt, niet alleen fysiek maar ook geestelijk: stress alom, niet weten waaraan je toe bent. Lange tijd werd er niet zoveel aandacht geschonken aan het verwerken van leed en trauma`s. Dat werd lang weggedrukt. Het leven weer een draai geven en de stad opbouwen kregen voorrang. Terug naar normaal kreeg alle aandacht. Voor zover dat mogelijk was. Maar terug naar normaal, het verleden wegpoetsen, is natuurlijk niet mogelijk. Het verwerken van alle persoonlijke ellende kost ook tijd. Pas de laatste jaren is er veel meer aandacht voor alle persoonlijke verhalen. En door die persoonlijke verhalen van ouders, familieleden, vriendjes en vriendinnetjes, krijgt de oorlog ook een eigen gezicht. Vooral voor de jongere generaties zijn die verhalen van gewone mensen belangrijk. Het had ons allemaal kunnen overkomen. Deze verhalen spelen 77 jaar geleden, een lange tijd terug, maar niet ver weg.`

Ooggetuige

Jaap Mooi was als zevenjarig jongetje ooggetuige van de fatale granaatinslag. Hij woonde recht tegenover het zwembad en bracht,  zoals vele buurtgenoten, bij dreigend gevaar heel wat tijd door in de catacomben van het bad, die als schuilkelder werden gebruikt. 
Nog net op tijd vond hij een veilig onderkomen en ontkwam hij de ramp. De ravage, de gedode soldaten en het bebloede lichaam van Truus in haar kassaruimte, lieten een blijvende indruk achter. 

Het is aan zijn doortastendheid te danken dat na de afbraak van het zwembad in 2012 het op die plek aangelegde stadsparkje de naam Truus Mastpark kreeg. Jaap Mooi sprak de hoop uit `dat het park met bijbehorende herinneringsplaquette een waarschuwing blijft tegen verharding en polarisatie in onze maatschappij en tegen alles wat fascistisch getint is.`

Illegale activiteiten

Bart Janssen, auteur van `De pijn die blijft` en `Het verdriet van Nijmegen` vroeg zich af wat het onschuldige meisje van vijftien, geweten heeft van alle illegale activiteiten in en om het zwembad. Bijvoorbeeld de onderduikers die verborgen zaten in de donkere ruimte onder het dubbele dak en badmeester Egbert Brendel die Joodse onderduikers heeft helpen vluchten en tijdens de Februaristaking in 1943 als sabotageactie het bad heeft laten leeglopen. Later hielp hij Duitse soldaten te saboteren. 

Familieleden

Voor het eerst was er ook familie van Truus Mast bij de herdenking aanwezig. Nicht Annemiek vernam vorig jaar min of meer per toeval dat Jaap Mooi op zoek was naar familieleden. Zij en haar zus José zijn al lang vertrokken uit Nijmegen en weten pas sinds kort van het bestaan van het monument. Nicht Annemiek herinnert zich de voor haar onbegrijpelijke stilte vooral op 4 mei. `We denken aan Truusje,’ kreeg ze dan te horen. `Er werd tijdens de dodenherdenking dan altijd over Truusje gesproken. Ik zag het verdriet en kon het als kind niet goed plaatsen. Oorlog, gedenken en Truusje werden voor mij één geheel. Dankzij Jaap Mooi valt nu alles op zijn plaats.`

Aan het einde van de bijeenkomst klonk het Wilhelmus en het Amerikaanse volkslied en werd er één minuut stilte in acht genomen. Met een kranslegging werd de ceremonie besloten.


Dit bericht delen:

Advertenties
Sale juli 2024Sale juli 2024