[Column] LS Kleuterklasje

Carolus
8 september 2021
Het nieuwe schooljaar is weer begonnen. Vanaf hun vierde verjaardag mogen zenuwachtige kleutertjes voor het eerst naar groep één; de allereerste stap op weg naar volwassenheid. Juffen en meesters doen in dat eerste schooljaar hun uiterste best om van al die individuutjes een hechte groep te maken, waarin iedereen zich veilig voelt. Naar elkaar luisteren en samenwerken zijn daarbij onmisbare vaardigheden. Altijd en overal! Zonder ga je het niet redden in onze complexe maatschappij. Behalve in Den Haag!
Juf Mariëtte had zes oudste kleuters uitgenodigd om samen in de zandbak een prachtig kasteel te bouwen: Markje, Jesse, Gert-Jan, Wopke, Lilianne en Sigrid. Samen vormden ze de ‘club van zes’ en het waren de verstandigste kindertjes uit haar klasje. Ze konden best aardig samenwerken en hadden zo al menig moeilijk knutselwerkje voor elkaar gekregen. Juf Mariëtte hoopte dat ze dat de komende tijd ook weer zouden doen en een voorbeeld zouden zijn voor de nieuwkomers.

Andere kindertjes waren niet uitgenodigd, al wilden die eigenlijk graag meespelen, maar dat zag ‘de club van zes’ niet zitten. Thierry mocht niet meedoen, want die sloeg alleen maar moeilijke wartaal uit die de kinderen en zelfs hun papa’s en mama’s niet begrepen. Esther niet, want die wilde altijd beestjes meebrengen. Geertje ook niet, want die draaide alle deuren op slot en wilde niemand binnenlaten. Carolientje was nog veel te onstuimig en reed met haar tractortje iedereen en alles omver. Lilian pakte bij iedereen alle leuke speeltjes af. Keesje, een heel verstandig jongetje, kon niet. Hij moest weer eens naar de kerk. De rest viel ook af, die maakten vooral ruzie.

Markje en Sigrid hadden al een tekening gemaakt hoe het kasteel eruit zou komen te zien. Stevige muren zouden alle bewoners beschermen. Er was een schooltje en zelfs een kinderdagverblijf waar alle kindertjes van het kasteel gratis naar toe mochten. Ook een gevangenis voor boze boeven en spionnen ontbrak niet. Het zou een heel proper kasteel zijn met schone grond, veel groen en zonder giftige dampen. De blauwdruk zag er prima uit, de ‘club van zes’ hoefde alleen maar creatief aan de slag; er mocht hier en daar best nog wat aan het kasteel gesleuteld worden.

Toch gebeurde het niet. Juf Mariëtte wist niet wat ze zag; de zandbak veranderde voor haar ogen in een heus slagveld.
Markje en Wobke wilden niet spelen met het koppeltje Liliane en Jesse en trokken zich met hamertje tik terug in de rechterhoek van de zandbak. Daar probeerden ze Liliane en Jesse uit elkaar te meppen. Geen schijn van kans. Liliane en Jesse waren smoorverliefd. Hun lichaamstaal sprak boekdelen. Liliane keek lonkend op naar Jesse en kirde het uit bij alles wat haar ridder zei. Ze had zelfs haar kapseltje voor hem veranderd en nieuwe wulpse kleertjes aangetrokken. Jesse wierp haar blozend vanuit de hoogte smoorverliefde blikken toe alsof hij haar met huid en haar zou willen opvreten. De tortelduifjes trokken zich mokkend terug in het kleine linkerhoekje en gingen koekhappen; ieder voor zich bijtend naar de grootste hap.

Sigrid en Gert-Jan hadden ook ruzie. Sigrid wilde geen kapelletje bij het kasteel en al helemaal geen dominees of pastoors die de bewoners zouden vertellen hoe ze moesten leven of sterven. Volgens Gert-Jan waren die echter onmisbaar. Hij speelde nog even voor blindemannetje, maar kon niemand aantikken en liep toen maar met opgeheven hoofd de zandbak uit.

Mariëtte’s droom van het prachtig kasteel ging onder in de modder door gebrek aan samenwerking, niet naar elkaar willen luisteren en vooral niets willen toegeven. In echte kleuterklasjes was dit nooit gebeurd. Kleine kinderen zijn wijzer en dat zandkasteel wordt hoe dan ook gebouwd.

Hoe in en in triest. Hoe diep zijn onze politici gezonken. Het gaat al lang niet meer om het dienen van het landsbelang. Hoe groot is de angst om toekomstige kiezersgunst en daarmee de eigen macht en het pluche te verliezen? Het kamerlidmaatschap of een ministerschap is voor steeds meer politici allang geen doel meer op zich, maar dient om de cv op te leuken voor een goedbetaalde baan in het bedrijfsleven. Als die zich aandient stap je van het ene op het andere moment uit de politiek en laat je het landsbelang en de kiezers die op je gestemd hebben ogenblikkelijk vallen.
Het land spreekt er schande van. Het parlement is een duiventil geworden van egotrippers en carrièrejagers. Het vertrouwen in de politiek bereikt het absolute nulpunt. Er is geen enkel ander Europees land, waar je zo weinig stemmen nodig hebt om in de Tweede Kamer te komen. De roep om een kiesdrempel klinkt steeds luider.


Hoe verfrissend is de stap van VOLT. Deze nieuwkomer wil graag meedoen aan de Nijmeegse gemeenteraadsverkiezingen, maar alleen als ze over voldoende goede kandidaten beschikt; helft man, helft vrouw. Dat zouden alle politieke partijen moeten doen. Prima uitgangspunt, om je niet roekeloos in zo’n avontuur te storten. Burgers die denken dat ze over voldoende kwaliteiten beschikken mogen zich bij de partij melden.
Ik denk dat er liefhebbers genoeg zijn die het programma van VOLT onderschrijven en denken dat ze uitermate geschikt zijn voor de gemeenteraad. De hamvraag is: wat is geschikt? Je hoeft er niet voor hebben doorgeleerd of aan bepaalde eisen te voldoen. Zo werkt een democratie niet.

Volgens mij zitten onze burgers in ieder geval niet te wachten op politieke gelukzoekers en baantjesjagers, die zo snel mogelijk hogerop willen komen en daarvoor Nijmegen als een handige opstapplaats zien. Bewezen betrokkenheid en binding bij stad en inwoners wordt zeer gewaardeerd.
Toevallige passanten hebben de raadszaal immers al te vaak bevolkt.

Het zal voor een jonge partij als VOLT, die het toch vooral van onze studenten moet hebben, nog een hele toer worden om een evenwichtige kandidatenlijst samen te stellen. Als dat lukt is deze club de kleuterjaren snel ontgroeid.

Carolus


Meer columns van Carolus lezen? Lees hier de voorgaande column van Carolus.

Dit bericht delen:

Advertenties